Met gemengde gevoelens lazen we een artikel van Mario De Wilde in “Het nieuws van West-Vlaanderen” van 31 maart over de cruiseschepen die Zeebrugge aandoen in 2022.
Een flinke stijging van het aantal cruiseschepen, gelukkig met momenteel minder passagiers aan boord ( gevolg van Covid-19 ) is goed nieuws voor de Zeebrugse haven. En inderdaad: sommige middenstanders in Brugge zullen hun voordeel hieruit halen.
Maar: is dit positief nieuws voor Brugge, de inwoners en het toerisme?
Daar waar het stadsbestuur in 2019 nog van mening was dat het aantal cruiseschepen moest verminderen, zien we het aantal vermeerderen… Zodra ook het aantal passagiers per schip terug normaal wordt betekent dit dus een veel groter aantal cruisetoeristen per jaar. Is dit waar we op wachten? Zal dit niet, de nu nog steeds, positieve houding van de Bruggeling tegenover het toerisme doen keren?
Daar waar Venetië het aantal cruiseschepen duchtig aan banden legt, wordt een vermeerdering ervan in Brugge toegejuicht.
Waar blijft het mooie voornemen om vooral het kwaliteitsvol verblijfstoerisme naar Brugge te halen? Waar ligt de toekomst van toeristisch Brugge? Gaan we dit zoeken bij cruisetoeristen die slechts luttele uurtjes door de stad trekken of ligt de toekomst van onze mooie stad bij het verblijfstoerisme dat tijd heeft om te proeven van de cultuur en gastronomie in onze stad en dat de economie van onze stad doet draaien door de verschillende logiessoorten, geleide stadsbezoeken, boot- en koetstochtjes, het mooie aanbod aan aantrekkelijke winkels en zoveel meer op te zoeken?