Een mobiliteitshub, is een locatie waar meer verkeersmobiliteiten samenkomen. Je kunt je auto parkeren en overschakelen naar een stadsfiets of een elektrische fiets om jouw bestemming in de stad te bereiken. Maar naast het koppelen van vervoersmodaliteiten, is het ook een kans om de ruimtelijke ontwikkeling te stimuleren.
De Lijn introduceert nieuw busnet
En laat dit nu het moment zijn dat De Lijn haar nieuw busnet voor Brugge voorstelt. Iedere Bruggeling heeft deze week een kaartje met de buslijnen in de bus ontvangen en kunnen zien dat het aantal buslijnen vanaf 1 juli 2023 in de stad zijn beperkt tot 2 lijnen. Hiermee wordt het overdadig busverkeer uit de stad geweerd. De andere buslijnen zijn dan weer terug te vinden op de stadsring met 2 belangrijke knooppunten: Station en ’t Zand.
Belangrijk hierbij is dat het nieuwe net van De Lijn aansluiting vindt bij de visie rond combimobiliteit: verschillende vervoermiddelen combineren om je bestemming te bereiken. Maar ook je eigen fiets gebruiken en wandelen horen erbij.
Dit leidt ons tot het concept van ‘mobiliteitshubs’ die al gemeen goed zijn geworden in Nederland, maar waar nu ook in België stilaan ervaring wordt mee opgedaan. Bekijk hiervoor eens het Interreg-project Transmobil in de Westhoek.
Keren we terug naar onze busreiziger die uitstapt aan de Dampoort, de P+R zone aan de L. Coiseaukaai of de Kruispoort. Het centrum is dan nog een heel eind stappen. Zeker voor iemand die minder mobiel of gehaast is.
Dan komen we op het punt dat deelfietsen op deze locaties aan de stadspoorten kan geïntroduceerd worden. Onze reiziger haalt een fiets uit de stalling en rijdt naar de Steenstraat om te shoppen. Nadien rijdt hij of zij naar de Smedenpoort en beslist daar om zijn deelfiets terug in te leveren. Bezoekers uit de rand hoeven dan ook niet langer te foeteren dat zij hun favoriete handels- of horecazaak niet vlot meer kunnen bereiken.
Maar omgekeerd kunnen toeristen die in Brugge verblijven, de deelfiets nemen om de volledige binnenstad en de regio rond Brugge te verkennen? Zo kan je toeristisch interessante gebieden ontsluiten als het Zwin, Damme, Kastelenroute of Lissewege. Het gevolg hiervan is dat de bezoekers langer verblijven en hierdoor de overlast van het excursionisme of het dagjestoerisme aanvaardbaar wordt.
Misschien ook denken aan fietsherstelpunten want onze hubs bevinden zich precies op een internationaal fietsnetwerk?
Of wat met een ophaalpunt voor toeristen die hun wagen buiten de stad laten ?
Mobiliteitshubs als katalysator van een ruimtelijke ontwikkeling
Mobiliteitshubs werken dus perfect samen met locaties waar langparkeerders terecht kunnen. Denk maar aan de talrijke buitenlandse bezoekers die hun wagen voor enkele dagen op een veilige plek willen parkeren. Jammer dus dat we naast het station en het Albertpark geen parkeergebouwen hebben aan de noorder- en oosterzijde van de stadskern. We moeten met het toenemend toerisme niet alle toeristische verkeersstromen langs de Oostmeers of Katelijnstraat omleiden.
Misschien ook denken aan oplaadpunten voor auto’s of afsluitbare fietsbergingen. Wat dan met beperkte afvalverzamelpunten? Of het introduceren van los-en laadpunten voor goederen die verder in de binnenstad moeten gebracht worden?
Mogen wij met Brugge niet dromen over dergelijke realisaties? Dit zou alvast de druk op de mobiliteit in de binnenstad doen afnemen, mogelijks een oplossing kunnen zijn om het verkeer veroorzaakt door toeristen (of zelfs goederenverkeer) uit de stad te bannen. Het zou ook de mogelijkheid bieden om logiesbedden aan te bieden in een ruimer gebied in en rond Brugge wat de spreiding van het toerisme en de eventuele overlast verdeelt.