Schepen toerisme wil overlast van excursietoeristen aanpakken.

“Schepen voor Toerisme Mieke Hoste wil de overlast van cruise- en excursietoeristen die niet in Brugge overnachten aanpakken.” Zo pakken enkele regionale en nationale kranten gisteren en vandaag uit (lees onder meer dit artikel in Het Nieuwsblad).

De uitspraak is dus tweeledig: de overlast van ‘excursietoeristen’ aan banden leggen en volop inzetten op verblijfstoerisme. In beide gevallen hebben we enkele bedenkingen die we graag willen voorleggen.

Willen we af van excursietoeristen ?

Zo stelt de Schepen onder meer dat Amerikanen die met bussen uit Gent of Brussel komen en een dagje Brugge willen bezoeken, aanleiding kunnen zijn voor overlast. Zij hekelt vooral dat deze bezoekers op hetzelfde moment de stad bezoeken en hierdoor de perceptie veroorzaken dat men in Brugge over de koppen moet lopen. Bovendien levert dit weinig return op. Om dit aan te pakken denkt de Schepen om beperkingen in te voeren of extra belastingen te heffen. Concrete stappen zijn er evenwel nog niet.

Toch stellen we de vraag hoeveel van die dagexcursies geleid hebben tot een langer verblijf tijdens een later bezoek? Het kan toch niet zijn dat we een cruiseterminal laten bouwen om nadien te beletten dat schepen aanmeren? En moeten we dan ook schoolreizen beperken omwille van hun geringe economische impact? Iedereen die vandaag een logies uitbaat zal ooit gasten ontvangen hebben die zich Brugge herinneren van een eerder gemaakte schoolreis of jeugdreis met vrienden.

We mogen dus niet vergeten dat dagjestoeristen ooit verblijfstoeristen kunnen worden.

Ook het tijdstip om hier nu mee uit te pakken komt ongelegen. Nu vele Brugse ondernemers nog maar net de Covid-pandemie te boven zijn gekomen, wordt de toeristische sector opnieuw bedreigd. Ditmaal door de sterk stijgende energieprijzen en de verslechterende economische situatie in de UK.

Is het dan verstandig om te stellen dat het aantal dagjestoeristen – en ja, die komen allemaal op hetzelfde moment  – in de binnenstad moeten beperkt worden? Het zou nu toch moeten duidelijk zijn dat een bloeiende toeristische sector iedereen ten goede kan komen om de komende moeilijke winterperiode door te komen.

Verblijfstoerisme heeft zich hersteld

Uit de meest recente cijfers blijkt dat het verblijfstoerisme zich hersteld heeft op het niveau vóór de Covid-pandemie. Schepen Mieke Hoste verwijst terecht naar de inspanningen die door de dienst Toerisme werden geleverd onder meer in de UK. Meteen laat ze blijken verder te willen inzetten op verblijfstoerisme omdat dit een hogere economische return oplevert voor de toeristische sector.

De vraag is natuurlijk hoe je het verblijfstoerisme wil promoten en een hogere economische return wil nastreven als de sector aan banden is gelegd of door een moeilijke periode gaat? Want er is nog steeds een hotelstop en een vakantiewoningenstop die er toe geleid heeft dat de helft van de vergunde vakantiewoningen in 20 jaar is verdwenen. Ook de B&B’s boeten momenteel aan geloofwaardigheid in door de grijze logiesvormen die de Stad Brugge in het leven roept? Zo worden nieuwe logiesuitbaters door toedoen van het Brugs stadsbestuur steeds meer gedwongen om een ‘schijn’-B&B te worden: logies waar de uitbater er zelf niet woont, geen ontbijt aanbiedt of zelfs belasting betaalt. Deze verenging van het logiesaanbod dreigt voorbij te gaan aan nieuwe evoluties in de logiessector.

Alvorens campagne te voeren voor een beter verblijftoerisme, lijkt het ons beter hier eerst duidelijkheid te creëren. Zeker in de sector van de vakantiewoningen (en bij uitbreiding van alle nieuwe logiestypes) moet de Stad Brugge zich hier bezinnen. Zo niet verliezen we verder markt aan de gemeenten rondom ons, de kustgemeenten, de Vlaamse Ardennen en de inmiddels succesvolle www.ardennes-etape.be. Zo verkiezen steeds meer bezoekers uit de ons omringende landen hoe langer hoe meer een weekend in familiale sfeer door te brengen in plaats van een citytrip. Als Brugge het aanbod van de logies niet verruimt, zijn er vele andere kapers op de kust.

De tijd is dus niet veraf dat onze Amerikaan dan in een vakantiewoning in Gent verblijft en voor één dag Brugge bezoekt. En zo eindigt ons verhaal waar we begonnen waren.

Wat nu?

In 2016 gaf directeur-toerismemanager Dieter Dewulf de insteek voor een nieuw strategisch beleidsplan 2017-2020. Toen werd aangegeven :

  • Quid cruiseontwikkeling?
  • Vraagstuk logiescapaciteit en nieuwe logiesvormen
  • Hoe optimaliseren omgeving- en belevingskwaliteit?
  • Hoe omgaan met deeleconomie?

Na de passage van Covid en de huidige maatschappelijke en economische ontwikkelingen lijkt het ons tijd om deze vragen opnieuw ter discussie te stellen.